09 okt Prinsjesdag 2020 | Belastingplan 2021
Tijdens de afgelopen Prinsjesdag presenteerde het kabinet het Belastingplan voor 2021. Onze belastingexpert Ludo Hardeman heeft de belangrijkste maatregelen voor je opgesomd. Deze gaan op 1 januari 2021 in.
Inkomstenbelasting
- Het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting wordt verlaagd van 37,35 % naar 37,10%. Bij AOW’ers is het belastbaar inkomen in box 1 tot ongeveer € 35.000 belast met 19,20% aangezien zij geen premie AOW meer betalen. Belastbaar inkomen in box 1 welke hoger is dan € 68.507 wordt zowel nu als in 2021 belast met 49,50%.
- Vanaf 1 januari 2021 wordt de zelfstandigenaftrek van nu € 7.030 verlaagd met € 360 per jaar (in plaats van met € 250 per jaar). Per 1 januari 2028 is de afbouw € 390 (in plaats van met € 280) en in de jaren daarna € 110 tot uiteindelijk € 3.240 in 2036.
- Hiertegenover staat een verhoging van de arbeidskorting in 2021 met € 179.
- Het maximumbedrag van de ouderenkorting van € 1.622 wordt verhoogd met € 55.
- De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) wordt in 2021 verlaagd met € 113, om vervolgens in 2022 weer te worden verhoogd met € 77.
- Het maximale aftrektarief voor aftrekposten als hypotheekrenteaftrek, ondernemersaftrek, MKB-winstvrijstelling en persoonsgebonden aftrek daalt in 2021 naar 43%.
- Voor voordelen (zoals een dividenduitkering) uit een BV aan een dga zal het tarief in 2021 verhoogd worden naar 26,90%. In 2020 bedraagt de tarief nog 26,25%
- Met ingang van 1 januari 2021 wordt het heffingsvrije vermogen in box 3 verhoogd naar € 50.000 en voor fiscaal partners is dat € 100.000. De schijfgrenzen worden opnieuw vastgesteld, waarbij de 2e schijf begint bij een box 3 vermogen van € 100.000 en de 3e schijf bij een vermogen van € 1.000.000. Het belastingtarief wordt verhoogd van 30% naar 31%.
Vennootschapsbelasting
- In 2021 blijft het hoge Vpb-tarief 25%. Het lage Vpb-tarief wordt verminderd naar 15% in zowel 2021 als in 2022. De eerste tariefschijf wordt verlengd naar € 245.000 in 2021 en naar € 395.000 in 2022.
- Bij het bepalen van de in het jaar 2019 genoten winst kan een fiscale coronareserve worden gevormd voor het gehele of een deel van het zogenoemde “coronagerelateerde verlies” dat zich naar verwachting in het jaar 2020 voordoet. De fiscale coronareserve mag niet groter zijn dan de winst van het jaar 2019. De fiscale coronareserve wordt in 2020 volledig in de winst opgenomen.
Overige belastingen
- Voor leveringen van elektriciteit aan een walstroominstallatie die aan de voorwaarden voldoet, gaat voor de energiebelasting een verlaagd tarief van € 0,0005 per kWh gelden en wordt voor de ODE geen tarief vastgesteld. Het verlaagde tarief in de energiebelasting en de regeling in de ODE gelden alleen voor walstroominstallaties die geheel of nagenoeg geheel bestemd zijn voor schepen, niet zijnde particuliere pleziervaartuigen.
- Werkgevers betalen, na het beëindigen van het dienstverband, voortaan geen loonheffing meer voor de scholingskosten die gemaakt worden door werknemers die in deze crisis hun baan verliezen. Dit om omscholen te bevorderen.
- Vanaf 2021 betalen startende huizenkopers van 18 tot 35 jaar geen overdrachtsbelasting meer zodat de toegang tot de woningmarkt makkelijker gaat. Deze startersvrijstelling geldt tot 1 januari 2026 Beleggers gaan juist meer betalen: van 6% naar 8%.
- Momenteel wordt een korting op de bijtelling verleend voor elektrische auto’s. Deze korting is gebaseerd op een percentage van de catalogusprijs van de auto. Tot een bedrag van € 40.000 komt de korting in aanmerking welke 10% bedraagt.