09 dec Eindejaarstips 2020
Eindejaarstips 2020
Inmiddels is het eind 2020 en bijna 2021. Dat betekent dat er voordelen behaald kunnen worden als u weet welke acties u in 2020 zal nemen en welke acties juist in 2021 moet nemen. Hieronder treft u de eindejaarstips 2020 aan. Er is een selectie gemaakt van de belangrijkste actuele fiscale tips en aandachtpunten voor de ondernemer en onderneming, de DGA en privé.
1. Ondernemer en onderneming
1.1 Bepaal de meewerkaftrek of arbeidsbeloning van uw meewerkende partner
Werkt uw partner mee in uw onderneming? Bepaal dan hoe u diens arbeidsinspanning wil belonen. Daarvoor bestaan in feite drie mogelijkheden:
- Pas de meewerkaftrek toe. Dit is een aftrekpost, gelijk aan een percentage van de winst. Het percentage hangt af van het aantal uren dat uw partner meewerkt.
- Betaal een arbeidsbeloning. De arbeidsbeloning is aftrekbaar van uw winst uit de onderneming, maar wordt wel belast bij de partner. Is de beloning echter minder dan € 5.000, dan is deze niet aftrekbaar van de winst maar wordt deze ook niet belast bij uw partner.
- Laat uw partner toetreden tot uw onderneming. Door toetreding tot de onderneming wordt uw partner ook ondernemer. Uw partner kan dan misschien ook gebruik maken van ondernemersfaciliteiten als de zelfstandigenaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de oudedagsreserve.
1.2 Betaal minder belasting: de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Heeft u een onderneming en wilt u een investering doen? Misschien is het voordelig om dan dit jaar nog te investeren, of om investeringen juist over het jaar heen te tillen. Op die manier kunt u optimaal gebruik maken van de investeringsaftrek en betaalt u minder belasting. De meest bekende investeringsaftrek is de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).
Voor de KIA moet u minimaal € 2.400 aan investeringen doen. Investeert u meer dan € 323.544, dan heeft u geen recht op KIA. Investeringen tot een bedrag van € 450 tellen niet mee. De KIA geldt zowel voor nieuwe als oude bedrijfsmiddelen. Voor sommige bedrijfsmiddelen kunt u geen KIA krijgen, zoals grond, woningen en personenauto’s.
In 2020 geldt voor de KIA de volgende tabel:
Investering meer dan |
Investering maximaal | KIA |
– | € 2.400 | € 0 |
€ 2.401 | € 58.238 | 28% van het bedrag van de investeringen |
€ 58.239 | € 107.848 | € 16.307 |
€ 107.849 | € 323.544 | € 16.307 minus 7,56% van het deel van de investeringen boven
€ 107.848 |
€ 323.545 | – | € 0 |
Als er in de afgelopen vijf jaar investeringsaftrek is geclaimd over het bedrijfsmiddel en verkoopt u het weer? Dan krijgt u misschien te maken met desinvesteringsbijtelling, wat bij de winst van uw onderneming opgeteld wordt. Bent u van plan om een bedrijfsmiddel te vervreemden, kijk dan of u dit kunt uitstellen tot na de vijfjaargrens zodat de bijtelling niet van toepassing is.
1.3 Betaal minder belasting: energie- en milieu-investeringsaftrek
Naast KIA kunt ook recht hebben op energie-investeringsaftrek (EIA) als u investeert in energiezuinige bedrijfsmiddelen, of milieu-investeringsaftrek (MIA) als u milieuvriendelijke investeringen doet.
De EIA bedraagt 45 % van de investering. Dat geldt ook voor in 2020.
De MIA bedraagt, afhankelijk van het bedrijfsmiddel, 13,5%, 27% of 36%. Alleen investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor de EIA en MIA. Investeringen tot een bedrag van € 2.500 komen niet voor EIA of MIA in aanmerking. U krijgt alleen MIA of EIA als de investeringen binnen 3 maanden na het aangaan van de verplichting worden gemeld.
1.4 Schat de hoogte van de winst in
U moet over de winst van uw bedrijf belasting betalen. Nu het eind van het jaar nadert, kunt u beter bepalen hoe hoog de winst van dit jaar wordt. Als u net in een hogere tariefschijf dreigt te komen, kunt u dat proberen te voorkomen. Bijvoorbeeld door kosten naar voren te halen of door een voorgenomen investering al in 2020 te doen.
1.5 Stel belasting uit: vorm een HIR en onderbouw uw herinvesteringsvoornemen
Heeft uw onderneming dit jaar bedrijfsmiddelen verkocht en daarbij winst behaald? Dan moet u daar mogelijk belasting over betalen. Dit kunt u voorkomen door de winst te reserveren in een herinvesteringsreserve (HIR). U moet dan wel het voornemen hebben om nieuwe investeringen te doen (herinvesteringsvoornemen). Die investeringen moet u binnen drie jaar doen. Gedurende die drie jaar moet u het herinvesteringsvoornemen ook daadwerkelijk houden, anders valt de reserve al eerder vrij. U moet uw herinvesteringsvoornemen aannemelijk maken, bijvoorbeeld via interne documenten, aangevraagde offerten, of via zoekopdrachten e.d. Als u dit voornemen niet aannemelijk kunt maken, dan mag u geen HIR vormen. Bewaar deze belangrijke stukken dus goed.
1.6 Herinvesteer op tijd
Heeft u in eerdere jaren een herinvesteringsreserve gevormd? Dan blijft deze (in principe) maximaal drie jaar in stand. Als u niet binnen die tijd investeert, dan wordt de herinvesteringsreserve weer bij de winst opgeteld en moet u hierover alsnog belasting betalen. Bewaak daarom deze termijn en herinvesteer op tijd. Voor een herinvesteringsreserve die in 2017 is gevormd, moet u uiterlijk op 31 december 2020 herinvesteren.
Van een ´herinvestering´ is al snel sprake. Het is namelijk al voldoende als u in 2020 het contract voor de investering tekent en daardoor verplichtingen aangaat. Het bedrijfsmiddel hoeft dus nog niet in 2020 aan u geleverd of door u betaald te zijn.
1.7 Bespaar eerder belasting: schrijf willekeurig af op bedrijfsmiddelen
Als ondernemer moet u afschrijven op bedrijfsmiddelen als deze in waarde dalen door gebruik. Deze afschrijving is aftrekbaar van de winst. Soms kunt u gebruik maken van willekeurige afschrijving. Dat houdt in dat u eerder en meer mag afschrijven, en zo belastingheffing kunt uitstellen. Willekeurige afschrijving is er voor milieu-investeringen (VAMIL), maar ook voor startende ondernemers. Startende ondernemers kunnen in 2020 tot maximaal € 323.544 willekeurig afschrijven op hun investeringen.
Op de site RVO.nl kunt u de zogenaamde milieulijst raadplegen. Op die lijst vindt u naast bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) ook bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor de VAMIL. Sommige bedrijfsmiddelen komen voor beide faciliteiten in aanmerking. Daardoor kan het fiscale voordeel oplopen. Let op: De milieulijst wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld.
1.8 Verlaag belasting én denk aan uw oude dag
Als ondernemer mag u een deel van de winst reserveren voor uw oude dag. In 2020 mag u 9,44% van de winst, maar maximaal € 9.218, reserveren in een zogenaamde oudedagsreserve. Over het deel van de winst dat u toevoegt aan de oudedagsreserve, betaalt u nu geen inkomstenbelasting.
Voor de toevoeging aan de oudedagsreserve gelden wel voorwaarden. U moet bijvoorbeeld voldoen aan het urencriterium en u mag de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
Let op! De oudedagsreserve moet uiteindelijk aangewend worden voor de aankoop van een lijfrenteproduct. Doet u dat niet? Dan betaalt u uiterlijk bij staking van uw onderneming alsnog belasting over de oudedagsreserve.
1.9 Oudedagsvoorziening buiten de onderneming
U kunt als ondernemer gebruik maken van de oudedagsreserve. Maar u kunt natuurlijk ook direct premie betalen voor een lijfrenteproduct. Dat mag een verzekerde lijfrente zijn of een lijfrenteproduct bij een bank of een beleggingsinstelling. De premie moet dan wel in 2020 zijn betaald.
Heeft u in 2020 uw onderneming gestaakt en wordt daarvoor een lijfrente aangekocht? Dan heeft u iets meer tijd om uw premie te betalen. Dan moet deze namelijk vóór 1 juli 2021 betaald worden om deze nog in 2020 in aftrek te kunnen brengen. Dat is ook het geval als u uw oudedagsreserve wilt omzetten in een lijfrenteproduct.
Let op! Premies voor een lijfrenteverzekering of stortingen op een lijfrentespaarrekening, kunnen alleen worden afgetrokken als u een pensioentekort heeft. Daarvoor gelden speciale rekenregels
1.10 Voorkom discussie: stel altijd een goede leningsovereenkomst op
De laatste jaren is er veel discussie over leningen tussen vennootschappen. Als de lening niet op zakelijke voorwaarden is verstrekt, dan is de lening onzakelijk. Van een onzakelijke lening kan sprake zijn als geen aflossingsschema is overeengekomen of onvoldoende zekerheden zijn verstrekt ten behoeve van de schuldeiser. Als sprake is van een onzakelijke lening, dan is een verlies op die lening niet aftrekbaar van de winst. Om te voorkomen dat een lening als onzakelijk wordt aangemerkt, moet u allereerst een leningsovereenkomst opstellen. Zorg dat u goede afspraken maakt over de te betalen rente en aflossing en over zekerheden voor de schuldeiser. Dit geldt ook als de lening wordt verstrekt tussen de vennootschap en de aandeelhouder-natuurlijk persoon.
1.11. Schaf dit jaar een bedrijfspand aan
Heeft u voornemens om een bestaand bedrijfspand aan te schaffen, dan kunt u dat beter nog dit jaar doen. Dan betaalt u over de levering van een bestaand bedrijfspand 6% overdrachtsbelasting. Vanaf 1 januari 2021 bent u meer geld kwijt, want het algemene tarief van de overdrachtsbelasting gaat omhoog van 6% naar 8%.
1.12 Bepaal de rechtsvorm van uw onderneming
Bij ondernemers voor de inkomstenbelasting, is de winst effectief belast tegen maximaal 44,51%. Maar door allerlei faciliteiten komt de belastingdruk vaak nog lager uit.
Drijft u uw onderneming via een bv, dan bedraagt de gecombineerde inkomsten- en vennootschapsbelastingdruk, na aftrek van het loon van de dga, 40% of 43,75%. Over het loon dat u van uw bv ontvangt, betaalt u wel maximaal 51,75% inkomstenbelasting. Daardoor is de totale belastingdruk in een bv vaak hoger dan voor ondernemers in de inkomstenbelasting. Bepaal dus goed welke rechtsvorm voor u voordeliger is.
Let bij het maken van de keuze niet alleen op fiscale aspecten, maar ook op niet-fiscale aspecten.
1.13 Bewaartermijnen: controleer uw administratie
U bent verplicht om uw administratie minimaal 7 jaar te bewaren. In sommige situaties is de bewaartermijn nog langer. Denk bijvoorbeeld aan de gegevens van onroerende zaken waarvoor een herzieningstermijn van 10 jaar geldt. Is de bewaartermijn voorbij? Dan kunt u alles vernietigen. Let erop dat er geen privacygevoelige informatie naar buiten komt.
1.14 BTW schulden en vorderingen
De Belastingdienst controleert op nog openstaande btw-schulden uit eerdere jaren. Als er op de balans nog een te betalen btw-bedrag staat, dan kan dat voor de Belastingdienst aanleiding zijn om een naheffingsaanslag en eventueel een boete op te leggen.
Indien de klanten uw facturen niet meer zullen betalen, dan kunt u de BTW die u op die facturen in rekening heeft gebracht en afgedragen aan de Belastingdienst terugvragen. Dit kunt u in ieder geval doen op het moment dat de factuur een jaar na het verstrijken van de uiterste betaal datum nog niet is betaald.
1.15 BTW ondernemer met jaaromzet van € 20.000 of minder: pas de KOR toe
Ondernemers met een jaaromzet van € 20.000 of minder, kunnen opteren voor de kleine ondernemersregeling (KOR). Als er daarvoor wordt gekozen, dan zijn zij vrijgesteld van btw en vermindert de administratie verplichtingen. Op de verkoopfacturen mag er geen BTW staan en daarnaast kan er geen BTW worden teruggevraagd op zakelijke kosten en investeringen. BV’s en andere rechtspersonen zoals stichtingen en verenigingen kunnen ook nu KOR toepassen.
Tip! Wilt u de nieuwe KOR niet meer toepassen, dan kunt u zich afmelden met een speciaal formulier op de website van de Belastingdienst. Het gevolg is dan wel dat u drie jaar lang geen gebruik kunt maken van de KOR.
1.16 Wees kritisch op uw voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf
De regels over belastingrente zijn streng. Zeker in vergelijking tot de rente op een spaarrekening is de rente erg hoog. Voor alle belastingen geldt sinds 1 oktober 2020 het tarief van 4 %. Van 1 juni 2020 tot 1 oktober 2020 gold vanwege de coronacrisis een lager percentage van 0,01 %. U moet dus kritisch zijn op uw voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf.
1.17 Verzoek om voorlopige verliesverrekening
Verwacht u dat uw onderneming in 2020 een verlies lijdt? Dien dan een verzoek in om vermindering van uw voorlopige aanslag 2020. Daarmee voorkomt u namelijk dat u te veel belasting vooruitbetaalt. U heeft dan meer geld beschikbaar voor uw ondernemingsactiviteiten.
Let op! De voorlopige verliesverrekening wordt later verrekend met de definitieve verliesverrekening. De voorlopige verliesverrekening leidt dus eerder tot meer liquiditeit, maar niet tot een hoger bedrag.
1.18 Zorg voor een urenadministratie
Het urencriterium is de sleutel tot vele fiscale tegemoetkomingen voor IB-ondernemers, te denken aan de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek, de oudedagsreserve en de meewerkaftrek. U moet aannemelijk maken dat u in een kalenderjaar ten minste 1.225 uur aan de onderneming hebt besteed.
Door de coronacrisis kan het lastig zijn om aan het urencriterium te voldoen. Om dat te voorkomen, geldt er een goedkeuring voor de periode van 1 maart 2020 tot 1 oktober 2020. U mag er in die periode van uitgaan dat u ten minste 24 uur per week aan uw onderneming hebt besteed. Ook als u dat niet werkelijk hebt gedaan. Zijn uw werkzaamheden seizoensgebonden, dan geldt er nog een extra regeling. Ligt de piek van uw werkzaamheden in de periode 1 maart tot 1 oktober? U mag dan uitgaan van de uren van 2019 in diezelfde periode. Uiteraard moet u die uren van 2019 wel aannemelijk kunnen maken.
2. Dga; werkgever en werknemer
2.1 Voorkom belasting over een extra beloning: dividend van loon
Drijft u uw onderneming via een bv, en wilt u dit jaar uzelf nog een bonus uitkeren? Door dividend uit te keren in plaats van een bonus, kunt u belasting besparen. Over extra loon bent u namelijk maximaal 49,50% inkomstenbelasting verschuldigd terwijl u over een dividenduitkering gecombineerd maximaal circa 44,70% belasting betaalt bij een winst boven de € 200.000.
Let op! Voor het uitbetalen van dividend moet wel een balanstest en uitkeringstoets worden gedaan.
Let op! Het uitkeren van dividend wordt in 2021 zwaarder belast. Het tarief over dividend is in 2020 verhoogd 26,25% en in 2021 wordt het 26,90%. Het kan voordelig zijn om dit jaar dividend uit te keren in plaatst van 2021.
2.2 Check de mogelijkheden van de werkkostenregeling
Heeft u nog ongebruikte ruimte voor de werkkostenregeling, benut de ruimte goed. Heeft u nog ongebruikte ruimte? Dan kunt u misschien dit jaar uw werknemers nog belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven. U kunt een ongebruikt deel van de vrije ruimte niet doorschuiven naar volgend jaar. U hoeft de afrekening van de werkkostenregeling over het jaar 2020 (eindheffing werkkostenregeling) pas mee te nemen in de aangifte loonheffingen over februari 2021. Deze aangifte verzorgt en betaalt u in maart 2021.
Tip! In 2020 is door de coronacrisis de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom verhoogd van 1,7% naar 3%. Daarboven blijft het percentage gelden van 1,2%. Het kan daarom voordelig zijn om dit jaar meer vergoedingen en verstrekkingen te doen binnen de vrije ruimte.
2.3 Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)
Om werkgevers te stimuleren om juist in deze moeilijke tijden te investeren, wordt per 1 januari 2021 een nieuwe tijdelijke fiscale investeringssubsidie ingevoerd: de Baan gerelateerde Investeringskorting (BIK). De BIK wordt vormgegeven als een afdrachtvermindering op de loonbelasting/premie volksverzekeringen.
Wanneer u de investeringsverplichtingen van uw nieuwe bedrijfsmiddelen aangaat op of na 1 oktober 2020, dan krijgt u een korting op uw loonheffingen via een afdrachtvermindering. De BIK vormt een tijdelijke aanvulling op onder meer de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL). U kunt dus verschillende investeringsregelingen tegelijkertijd benutten als ze van toepassing zijn op een investering.
2.4 Beoordeel uw (gebruikelijk) loon
Bent u dga? Dan wordt u geacht ten minste een ‘gebruikelijk’ loon te hebben. U kunt dit loon zelf vaststellen. Uw gebruikelijk loon is ten minste gelijk aan het hoogste van de drie volgende bedragen:
- 75% van het loon uit de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’;
- het hoogste loon van de overige werknemers binnen de onderneming of daarmee verbonden lichamen;
- € 46.000 (jaar 2020).
2.5 Ga na of u alle overeenkomsten met de bv heeft vastgelegd
De dga en de bv worden nogal eens als één gezien. Strikt genomen is dat natuurlijk niet zo. Dat betekent dat alle overeenkomsten tussen de bv en de dga schriftelijk moeten worden vastgelegd.
2.6 Verlaag uw schuld aan de BV
Als u een schuld heeft aan uw bv van meer dan € 500.000, moet u vanaf 1 januari 2023 belasting gaan betalen in box 2. 1 januari 2023 lijkt nog ver weg, maar het is raadzaam om nu alvast na te denken over aflossing van deze schuld tot een bedrag onder € 500.000. De schulden voor de eigen woning tellen niet mee voor deze regeling.
3. Privé
3.1 Minder belastingvoordeel voor aftrekposten
Een heel aantal aftrekposten is niet meer aftrekbaar tegen het hoogste tarief in de inkomstenbelasting, maar gemaximeerd tot een bepaald tarief. Het gaat dan bijvoorbeeld om de aftrek van de eigenwoningrente en de persoonsgebonden aftrek zoals partneralimentatie. De afbouw van het aftrektarief vindt gefaseerd plaats: in 2020 is dat tegen 46%, in 2021 tegen 43%, in 2022 tegen 40% en in 2023 tegen 37,05%.
Tip: Probeer de schade te beperken door de aftrekposten zoveel mogelijk naar voren in de tijd te halen: een aftrek in 2020 levert namelijk meer belastingvoordeel op dan een aftrek in een later jaar.
Tip: Betaal (hypotheek) rente zes maanden vooruit. De renteaftrek in 2020 vindt nog plaatst tegen een aftrektarief van maximaal 46 %. In 2021 is dat 43 %.
3.2 Lijfrente aftrekken: betaal de premie op tijd
Heeft u een lijfrente? Dan is het belangrijk dat u de premie hiervoor op tijd betaalt. De betaalde premies zijn namelijk aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Wilt u de premie nog in 2020 in box 1 aftrekken, dan moet u deze uiterlijk op 31 december 2020 hebben betaald.
Voor de aftrek is het wel nodig dat er voldoende jaarruimte c.q. reserveringsruimte is. U moet dus een pensioentekort hebben.
Heeft u een onderneming gestaakt en wordt daarvoor een lijfrente aangekocht? Dan heeft u iets meer tijd om uw premie te betalen. Dan moet deze namelijk vóór 1 juli 2021 betaald worden om deze nog in 2020 in aftrek te kunnen brengen.
U kunt natuurlijk ook kiezen voor een lijfrenterekening bij een bank in plaats van een lijfrenteverzekering bij een verzekeraar.
3.3 Bespaar belasting in box 3: verlaag de grondslag
Als u vermogen heeft, dan moet u hierover belasting betalen als het vermogen boven de vrijstelling komt van € 50.000 per persoon per 1 januari 2021. Door de bezittingen in box 3 te verminderen, hoeft u straks dus minder belasting te betalen. Bent u van plan om uitgaven te doen, probeer deze dan nog te doen in 2020 in plaats van in 2021. Denk bijvoorbeeld aan de aankoop van bezittingen voor persoonlijke doeleinden (zoals sieraden, een auto of kunst) of het vooruitbetalen van verplichtingen (zoals verzekeringen of uw vakantie van 2020). Moet u nog een belastingaanslag betalen? Deze telt in principe niet mee als schuld in box 3. U kunt deze dan dus beter voor het eind van het jaar betalen zodat het geld niet meer tot uw vermogen behoort.
Bijkomend voordeel: Door de rendementsgrondslag van box 3 te verlagen kunt u ook recht hebben op (extra) zorgtoeslag.
3.4 Plan de betaling van uw zorgkosten
Als u zorgkosten heeft, dan zijn deze onder voorwaarden aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek. De kosten moeten wel boven een bepaalde drempel uitkomen. Hoe hoog de drempel is, hangt af van uw verzamelinkomen, vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. De drempel is dus geen vast bedrag. Heeft u zorgkosten, betaal deze kosten dan dit jaar nog. Dan zijn deze mogelijk nog in 2020 aftrekbaar.
U mag alleen het deel van de kosten aftrekken dat uitkomt boven de drempel. De mogelijkheid om uw zorgkosten af te trekken is de laatste jaren sterk beperkt. Kosten die onder het verplicht en/of vrijwillig eigen risico vallen, mag u sowieso niet aftrekken
3.5 Maak gebruik van jaarlijkse schenkingsvrijstellingen
Voor kinderen die een schenking van hun ouders krijgen, geldt in 2020 een reguliere schenkingsvrijstelling van € 5.515. Deze vrijstelling kan worden verhoogd tot € 26.457. De eenmalig verhoogde vrijstelling kan alleen benut worden door een kind dat tussen de 18 en de 40 jaar oud is.
De eenmalig verhoogde vrijstelling kan extra worden verhoogd tot € 55.114 (2020) als sprake is van schenkingen voor studie/opleiding. Is sprake van een schenking voor de eigen woning, dan geldt zelfs een extra verruimde schenkingsvrijstelling van € 103.643 (2020).
Een mooi voordeel van schenkingen die voor het eind van het jaar zijn gedaan, is dat deze op 1 januari 2021 niet worden meegenomen voor box 3.
3.6 Afschaffing aftrek scholingskosten
Als u scholingskosten heeft, dan zijn deze onder voorwaarden aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek. Belangrijk is dat deze kosten moeten zijn gemaakt voor het volgen van een opleiding of studie om inkomen uit werk en woning te verwerven. Voor de aftrek geldt een drempel van € 250, maar ook een plafond. Als u te maken heeft met scholingskosten, betaal de kosten dan (eventueel vooruit) in 2020. Dan zijn deze mogelijk nog in 2020 aftrekbaar.
Er zijn al enkele jaren plannen om de regeling voor aftrek van scholingsuitgaven af te schaffen. Naar verwachting zal de aftrek van scholingsuitgaven per 1 januari 2022 worden afgeschaft. Deze zal dan worden vervangen door een niet-fiscale regeling.
Tip! Als u met scholingskosten te maken heeft, maak deze dan zoveel mogelijk in één jaar zodat u sneller over de aftrekdrempel heen gaat.
3.7 Giften aan ANBI’s
Doet u giften aan een ANBI, een culturele ANBI of aan een steunstichting SBBI? Dan zijn deze aftrekbaar. Daarvoor geldt wel een drempel van 1% van het verzamelinkomen met een minimum van € 60. De aftrek van de gift is overigens gemaximeerd tot 10% van uw verzamelinkomen, vóór de persoonsgebonden aftrek. Zorgt u daarom dat uw giften zijn afgestemd op deze drempel voor en het maximum aan de aftrek. Daarnaast zijn met ingang van 1 januari 2021 contante giften niet aftrekbaar. Betaling per bank is dus noodzakelijk.
Tip! Zijn uw giften aan een ANBI niet (volledig) aftrekbaar, overweeg dan om de gift te vervangen door een periodieke gift. U maakt dan schriftelijk kenbaar dat u gedurende vijf jaar een bedrag zult schenken, tenzij u eerder komt te overlijden. Periodieke giften hebben namelijk geen drempel.
Ook hoeft er geen notariële akte door een notaris worden vastgelegd, een onderhandse akte is voldoende.
3.8 Laat uw huwelijkse voorwaarden en testamenten (regelmatig) controleren
Heeft u huwelijksvoorwaarden? Dan is er een grote kans dat u de keuze voor de inhoud al bij het aangaan van het huwelijk heeft gemaakt. Het kan natuurlijk dat andere huwelijksvoorwaarden beter bij uw huidige situatie passen. Door de jaren zijn de wetten gewijzigd en misschien ook uw persoonlijke situatie en wensen. Laat daarom uw huwelijksvoorwaarden (regelmatig) controleren en, indien nodig, aanpassen. Dat geldt ook voor uw testamenten.
Vanaf 2018 is er een nieuw huwelijksvermogensrecht. Als u nog in 2019 wilt trouwen, dan geldt namelijk de beperkte gemeenschap als standaard. Wilt u in algehele gemeenschap trouwen, dan moet u hiervoor dus eerst naar de notaris.
3.9 Koop eigen woning en overdrachtsbelasting
Met ingang van 1 januari 2021 is het lage tarief voor de overdrachtsbelasting van 2% alleen nog van toepassing op de aankoop van een echte eigen woning. Een tweede woning of een vakantiewoning zal bij aankoop belast worden met 8% overdrachtsbelasting. Het is dus verstandig om tweede woningen of vakantiewoningen nog in 2020 aan te schaffen en zo overdrachtsbelasting te besparen, omdat nu nog het tarief van 2% voor deze woningen van toepassing is. Kopers van een eigen woning die nog geen 35 jaar oud zijn, krijgen met ingang 1 januari 2021 een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Het kan dus voordelig zijn om de koop van de woning uit te stellen.
Kopers van andere onroerende zaken zoals bedrijfspanden en verhuurde woningen doen er goed aan om ook dit jaar nog actie te ondernemen. Het algemene tarief van 6% wordt namelijk per 1 januari verhoogd naar 8%.